Selecteer een pagina

Evaluatie van de provinciale en gemeentelijke rekenkamers
In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft Berenschot de gemeentelijke en provinciale rekenkamers geëvalueerd. Aan deze evaluatie lag de volgende vraagstelling ten grondslag:

  • In welke mate worden de in Gemeente-/Provinciewet en de Memorie van Toelichting genoemde doelen bij de instelling van provinciale en lokale rekenkamers gerealiseerd?
  • Welke factoren zijn van invloed op de effectiviteit van de rekenkamers?
  • In hoeverre zijn deze beïnvloedbaar door het rijk, provincies, gemeenten en/of rekenkamers zelf?
  • Welke aanbevelingen vloeien daar uit voort?

Aandachtspunten
In 2002 is voor provincies en gemeenten het zogenoemde duale stelsel ingevoerd. Sindsdien zijn de rollen, taken en posities van de gemeenteraad c.q. provinciale staten (ps) en het college gescheiden. Als onderdeel van de dualisering zijn provincies (vanaf 2005) en gemeenten (vanaf 2006)1 verplicht een rekenkamer of rekenkamercommissie in te stellen, met de volgende aandachtspunten:

  • De aandacht voor en het belang van doelmatigheid en doeltreffendheid groeit, burgers beoordelen de overheid steeds meer hierop
  • Een verdere verbetering van de rechtmatigheids- doelmatigheidstoets is gewenst de rapportages van de rekenkamer vormen een goed aanknopingspunt voor het afleggen van rekenschap aan burgers.

Antwoordvooroverheden.nl heeft het advies bekeken en is op zoek gegaan naar kansen voor de rekenkamer in het licht van ‘andere vormen van onderzoek’ en juist het betrekken van burgers in het onderzoeksproces.

Rekenschap aan de burger
Diverse rekenkamer(commissie)s hebben burgers gevraagd om input te leveren voor de onderzoeksagenda. De rapporten van de rekenkamer(commissie)s worden via persberichten gecommuniceerd en doorgaans op de website geplaatst. Daarmee spannen rekenkamer(commissie)s zich in om burgers te betrekken en te informeren. De opbrengsten daarvan zijn klein. Verzoeken om input blijven nagenoeg achterwege en ook de rapporten maken weinig reacties los. De rekenkamers zijn daarmee een minder goed aanknopingspunt voor provincies en gemeenten om rekenschap aan burgers af te leggen. Ook hier geldt dat dit niet zozeer de rekenkamer(commissie)s is aan te rekenen.

Er is veel kritiek op met name de duur van de onderzoeken en de timing van de rapporten.
Zoals uitvoerig beschreven in paragraaf 6.2 kunnen onderzoeken door de lange duur aan relevantie verliezen of door een slechte planning ondersneeuwen door andere te voorziene gebeurtenissen (bijvoorbeeld verkiezingen). Zaken die in onze optiek eenvoudig zijn te ondervangen.

Advies
Maak de doorlooptijd van het gehele proces korter door de onderzoeken en de rapportages goed te plannen en de procesgang eventueel anders in te richten.

  • Anders inrichten  van de procesgang
  • Vergroot de meerwaarde door de onderzoeken breder in te bedden zodat de effecten verder strekken dan alleen het onderzochte onderwerp.

Andere vormen van onderzoek, doen!
Het is in onze optiek een misverstand dat rekenkamer(commissie)s geen andere vormen van onderzoek mogen doen dan ex post evaluatie. Ook het gegeven dat gevoelige onderwerpen zijn uitgesloten omdat de rekenkamer(commissie) anders politiek bedrijft, is in onze ogen een onjuiste interpretatie. Een onafhankelijke blik heeft juist dan een meerwaarde.

  • Experimenteer met andere vormen van onderzoek
  • kies af en toe ook voor politiek spannendeonderwerpen.
  • Leer van rekenkamer(commissie)s die dit al wel doen.

Slapende rekenkamers
„Slapende‟ rekenkamers zijn een relatief nieuw fenomeen. Het gaat dan om rekenkamer(commissie)s met een minimaal of geen budget die niet actief zijn.

Verantwoord het spel spelen en een open benadering
Rekenkamer(commissie)s die met gevoel voor ieders belang „het spel spelen‟ worden beter gewaardeerd dan rekenkamers die stelselmatig de confrontatie zoeken. Dat hoeft op zich op geen enkele wijze de onafhankelijkheid te beïnvloeden, integendeel. Rekenkamer(commissie)s dienen zich te realiseren dat ze zowel de raad/ps, de colleges als de ambtelijke organisaties adresseren. Open relaties met al deze partijen zijn dan ook gewenst.